Eedswet 1971
Wet van 28 april 1916, tot nadere voorziening betreffende het eedsvraagstuk
Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, salut! doen te weten:
Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het eedsvraagstuk nadere voorziening behoeft;
Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1
In elk geval waarin een wettelijk voorschrift het afleggen van een eed vordert of daaraan rechtsgevolgen verbindt, kan ter keuze van de betrokkene in de plaats van de eed de belofte worden afgelegd of, in voorkomend geval, de bevestiging worden gegeven.
Artikel 2
In wettelijke voorschriften wordt onder eed begrepen de belofte of bevestiging, welke krachtens deze wet voor een eed in de plaats treedt.
Artikel 3
Deze wet kan worden aangehaald als Eedswet 1971. Overgangsbepaling
De eeden, vóór het in werking treden dezer wet afgelegd door personen, die op het tijdstip der eedsaflegging niet tot eene godsdienstige gezindheid behoorden, worden geacht te zijn afgelegd op wettige wijze. Slotbepaling
Deze wet treedt in werking met ingang van den dag na dien harer afkondiging.
Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministerieele Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, den 28sten April 1916
wilhelmina
De Minister van Justitie,
b
ORT.
De Minister van Buitenlandsche Zaken,
j
LOUDON.
De Minister van Staat, Minister van Binnenlandsche Zaken,
CORT V. D. LINDEN.
De Minister van Marine,
j
J. RAMBONNET.
De Minister van Financiën,
ant
VAN GIJN.
De Minister van Oorlog,
bosboom
De Minister van Waterstaat,
c
LELY.
De Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel,
posthuma
De Minister van Koloniën,
th
B. PLEYTE.
Uitgegeven den negen en twintigsten April 1916.
De Minister van Justitie,
b
ORT.